STAPPEN
Om na te gaan of het paard al dan niet met tandproblemen te kampen heeft wordt een uitgebreide controle uitgevoerd.
Deze controle is opgebouwd uit 3 verschillende stappen.
Als eerste wordt de bewegingsvrijheid van de kaak gecontroleerd daar deze kan uitgevoerd worden zonder de mondklem (speculum).
De snijtanden worden op elkaar geplaatst en dan wordt de onderkaak van links naar rechts bewogen ten opzichte van de bovenkaak. Deze moet ongeveer de breedte van anderhalve tand kunnen bewegen in beide richtingen.
Indien deze beweging bijna niet mogelijk is of indien de snijtanden de neiging hebben uit elkaar te gaan kan men ervan uitgaan dat het paard niveauverschillen heeft op de kiezen en/of een dominante kies heeft.
Na de controle wordt er nagegaan of er scherpe randen/haken (emaillepunten) aanwezig zijn binnenin de mond van het paard.
Er wordt eveneens gecontroleerd of er niveauverschillen (trappen) op de kiezen aanwezig zijn en of er kiezen ontbreken, losstaan of gebroken zitten.
Vervolgens wordt er gevoeld of er wolfskiesjes aanwezig zijn. De “blinde wolfskies” kan door het voelen het beste opgespoord worden, aangezien dit een wolfskiesje is dat zich nog onder het tandvlees bevindt en dus heel slecht zichtbaar is.