controle van het gebit bij paarden

STAPPEN

Om na te gaan of het paard al dan niet met tandproblemen te kampen heeft wordt een uitgebreide controle uitgevoerd.

Deze controle is opgebouwd uit 3 verschillende stappen.

 

controle paardengebit

De controle begint steeds met het voelen.

Als eerste wordt de bewegingsvrijheid van de kaak gecontroleerd daar deze kan uitgevoerd worden zonder de mondklem (speculum).
De snijtanden worden op elkaar geplaatst en dan wordt de onderkaak van links naar rechts bewogen ten opzichte van de bovenkaak. Deze moet ongeveer de breedte van anderhalve tand kunnen bewegen in beide richtingen.

Indien deze beweging bijna niet mogelijk is of indien de snijtanden de neiging hebben uit elkaar te gaan kan men ervan uitgaan dat het paard niveauverschillen heeft op de kiezen en/of een dominante kies heeft.

Na de controle wordt er nagegaan of er scherpe randen/haken (emaillepunten) aanwezig zijn binnenin de mond van het paard.
Er wordt eveneens gecontroleerd of er niveauverschillen (trappen) op de kiezen aanwezig zijn en of er kiezen ontbreken, losstaan of gebroken zitten.
Vervolgens wordt er gevoeld of er wolfskiesjes aanwezig zijn. De “blinde wolfskies” kan door het voelen het beste opgespoord worden, aangezien dit een wolfskiesje is dat zich nog onder het tandvlees bevindt en dus heel slecht zichtbaar is.

2. ZIEN

Na het voelen wordt er overgegaan tot een visuele controle van het gebit.
Bij deze controle gaat het vooral om een bevestiging van de voorgaande controle tijdens het voelen.
Op deze manier wordt er nagegaan of er geen afwijkingen zijn op de snijtanden en of er al dan niet wolfskiesjes aanwezig zijn.
Verder bevestigen we op deze manier de aanwezigheid van haken, golfgebit, diastase (teveel ruimte) tussen de kiezen, enz …

De visuele controle is uiteraard ook een mooie manier om de klant even te laten kijken wat de problemen juist zijn en hoe een paardenmond er aan de binnenkant uitziet.

Sect-2

3. RUIKEN

Indien een paard te kampen heeft met bepaalde gebitsproblemen kan er soms ook worden afgegaan op de reuk uit de mond, bij een slechte kies bijvoorbeeld kan er ook zich een sterke geur ontwikkelen.

Dit geld ook in het geval van diastase, waarbij er tussen bepaalde kiezen teveel ruimte is waardoor er zich een opstapeling van voedsel voordoet. Dit kan dan leiden tot een ontsteking van het tandvlees en aantasting van de tand.

ALGEMEEN, WANNEER OP CONTROLE

Het is belangrijk dat er tijdig een controle uitgevoerd wordt om eventuele gebitsproblemen bij het paard op te sporen.
Wanneer er tijdig ingegrepen wordt kunnen de klachten van paard en ruiter of eigenaar tot een minimum beperkt worden.

Standaard wordt aangeraden om minstens jaarlijks een controle uit te voeren, waarna beslist wordt of een behandeling al dan niet aangewezen is.

In sommige gevallen is een frequentere controle nodig, denk maar aan jonge paarden die volop aan het wisselen zijn, oudere paarden of paarden die reeds een afwijkende stand vertonen.

Op een leeftijd van ongeveer 2,5 jaar wisselen paarden voor de eerste keer (snijtanden vooraan). Soms komt het voor dat de permanente tand iets te schuin groeit waardoor deze naast de melktand terecht komt en dus nog meer schuin gestuurd wordt, op die manier wordt de melktand er dus niet uitgeduwd door de permanente tand.
Indien er in dit geval niet tijdig ingegrepen wordt kan er tijdelijk een dubbele rij tanden ontstaan waardoor de permanente tanden niet mooi in lijn komen te staan.
In sommige gevallen zullen de tanden een afwijkende stand gaan vertonen waardoor het paard dan weer op latere leeftijd sneller klachten zal gaan ontwikkelen dan een paard met een mooi uitgelijnd gebit.

Oudere paarden die bovenaan of onderaan een kies missen kunnen snel klachten krijgen aangezien de kies erboven de kans krijgt om te ontwikkelen tot een dominante kies en zo de kaak vast te zetten. Verder is het zo dat paarden met een hogere leeftijd sneller losse en / of beschadigde kiezen gaan vertonen.

Paarden met een aangeboren afwijking op hun gebit dienen nauwlettend in de gaten gehouden te worden opdat de afwijking zo goed als mogelijk gecorrigeerd kan worden. Op die manier zal het paard een minimum aan hinder ondervinden van zijn of haar beperkingen.

 

ENKELE FEITEN OVER HET PAARDENGEBIT:

De tanden van paarden blijven in tegenstelling tot de tanden van mensen “verder groeien”. Bij een paard spreekt men dus van hypsodonte tanden. De tanden van een paard hebben op de leeftijd tussen 5 en 6 jaar hun maximum lengte bereikt. De tanden van een paard worden door de tijd heen door de ligamenten uit de kaak gedrukt. De slijtage die gebeurt door het vermalen van voedsel is als het ware evenredig met de snelheid dat de tanden uit het kaakbeen gedrukt worden. Dat wil dus zeggen dat de tanden door de jaren heen steeds korter worden.
De tanden van een paard slijten ongeveer een 2 tot 4mm per jaar. Bij oudere paarden, vanaf ongeveer 22 jaar slijten de tanden trager.

Bij oudere paarden kan het dus gebeuren dat de tanden los gaan zitten en deze pijn veroorzaken tijdens het kauwen zodoende dat deze verwijderd moeten worden.

Een paardengebit bevat tussen de 36 en 44 tanden. Als men  de haaktanden (ook hengstentanden of ruinentanden genoemd) meetelt spreekt men van 40 tanden. Deze komen zoals de naam doet vermoeden voor bij hengsten en ruinen, maar soms ook bij merries.

Als men spreekt over 44 tanden dan is dit inclusief de 4 eventuele wolfskiesjes. Deze komen gelukkig niet voor bij elk paard, maar komen dan wel voor bij beide geslachten. De wolfskies is eigenlijk een rudimentaire kies, dit betekent dus dat deze door de jaren heen geëvolueerd is van kies tot een klein tandje.

De (zichtbare) wolfskies heeft ook nog een minder goed zichtbare variant. De blinde wolfskies genaamd. Die bevindt zich nog onder het tandvlees en is hierdoor heel slecht of niet zichtbaar. De beste manier om deze op te sporen is door middel van gevoel.

Een wolfstand zorgt in bijna elk geval tot een zeer onaangenaam gevoel voor het paard op het bit! Deze kunnen zelf in sommige gevallen afbreken en los komen te zitten. Wat uiteraard dan terug resulteert in een zeer pijnlijk gevoel voor het paard tijdens het rijden.

De tanden van een paard staan ook niet mooi tegenover elkaar ingeplant. Dit wil zeggen dat de bovenkaak breder is dan de onderkaak, op deze manier kunnen er dus makkelijk haken (emmaillepunten) ontstaan.

controle paardengebit

DE CONTROLE

Een regelmatige controle en preventieve behandeling van het paardengebit kan heel wat problemen voorkomen en zorgt voor een aangenaam, vriendelijk en gelukkig paard.